Gerard Reve op Kamp Bakkum

april 29, 2011

De grote schrijver Gerard Reve heeft het in zijn boeken regelmatig over kamperen bij Castricum. Daar willen we meer van weten. Bij deze starten we het project: ‘Gerard Reve op Kamp Bakkum’.

Via Twitter onderschepten we onlangs het bericht dat Gerard Reve (1923-2006) in zijn romans frequent  schrijft over kamperen bij Castricum. Camping Bakkum dus. Mijn belangstelling was gewekt. Reve geldt als een van de grootste naoorlogse Nederlandse schrijvers. Het is niet ondenkbaar dat hij daadwerkelijk op Kamp Bakkum heeft vertoefd. Daar willen we meer van weten.

Gerard Reve in 1969

Om te beginnen lazen we zijn boek De Avonden maar eens, een klassieker in de Nederlandse literatuur. Het is zijn eerste roman; gepubliceerd in 1947 op zijn drieëntwintigste. Met veel genoegen namen we kennis van de absurdistische en soms macabere zienswijzen van hoofdpersoon Frits van Egters.

En verdomd: tweemaal wordt Kamp Bakkum met zoveel woorden genoemd. De eerste keer als Frits op bezoek is bij Joosje. Er ontspint zich een gesprek over gezond en ongezond eten. Al snel gaat het over kanker. Een ziekte waaraan ‘meneer Overland’ overleden is, weet Joosje. Ze vertelt: ‘In vier maanden was hij dood. Heel zielig. Het zijn mensen, die bij ons in de buurt in Castricum kampeerden. De vrouw is in zee verdronken.’

Een kleine honderd bladzijden verder wandelen Frits, Joosje, Jaap en Viktor naar het café. Frits: ‘Moeten we eigenlijk geen plannen maken om weer naar Kastrikum te gaan van de zomer? Maar niet weer in een huis: we moeten kamperen.’ ‘Dan verrek je van de kou’, zei Viktor. ‘Kamperen, dat is verrukkelijk’, zei Frits, ‘ik heb vaak gekampeerd. Jaap, vind jij dat ook niet?’ ‘Het is wel aardig’, zei Jaap, ‘maar stel je er niet te veel van voor.’

Omslag De Avonden

Het zijn twee aanwijzingen dat Reve wist dat er bij Castricum/Kastrikum (verschillende schrijfwijzen door de auteur zelf) werd gekampeerd. Dat moet welhaast Kamp Bakkum zijn. En dikke kans dat hij er in zijn jeugd zelf heeft rondgelopen, denk ik dan. Maar pas op, waarschuw ik mezelf meteen. Zowel Frits als Joosje zijn geen echte personen maar romanfiguren. Als zij in het boek vertellen dat ze gekampeerd hebben bij Castricum, dan wil dat nog niet zeggen dat schrijver Gerard Reve ooit een voet op de camping heeft gezet.

Maar toch. Schrijvers verwerken natuurlijk wel zaken die ze zelf hebben meegemaakt in hun boeken. Deels zijn die vaak autobiografisch. Dat gaan we dus verder onderzoeken. We duiken in de biografieën van Nop Maas over Reve.

Daarnaast kan ik wel wat hulp gebruiken en zet ik een modern middel in: crowdsourcing. Reve heeft tientallen boeken op zijn naam staan. Te veel voor mij om allemaal van A tot Z te lezen. Daarom wil ik lezers van deze blog vragen de boekenkast thuis te raadplegen of een exemplaar in de bibliotheek te lenen. Lees Reve en laat mij weten op welke pagina van welk boek hij het heeft over kamperen in Bakkum of bij Castricum.

Ik hoor nog van u en u hoort nog van mij.


Herinneringen aan Gerrit Smit

maart 28, 2011

Na het overlijden van ‘Kabouterman’ Gerrit Smit zullen nogal wat Bakkummers hem missen. Marjon Kruit, zijn buurvrouw op camping Bakkum, haalt enkele herinneringen op.

In 1995, toen ik voor het eerst op camping kwam te staan, ontmoette ik Gerrit al zeer snel. Dat kwam omdat zijn kleindochter Yasmine door de struiken was gekropen en ik haar op onze plek aantrof. Op die doorgang had ik al bloemetjes geplant, maar het bleek een verborgen pad. Dat wist ik toen niet.

Gerrit Smit alias de KaboutermanGerrit had toentertijd een papegaai en ook een aantal fretten. Bij mijn buurman was altijd leven.

Zijn dochter bracht Yasmine in de zomer vaak bij haar opa en nam dan een heerlijke maaltijd voor hem mee.

Yasmine en mijn dochter Katja deden vaak mee aan het schatgraven of aan de bingo op de camping. ’s Avonds moest Gerrit haar altijd roepen, omdat zij nogal ondernemend was en kwam hij even bij ons langs om te zien of Yasmine bij ons zat.

De kinderen zongen in zijn caravan; Yasmine won zelfs ooit de Playback Show.

Nog niet zo heel lang geleden kocht Gerrit een nieuwe caravan en werden de kabouters weer uitgestald. Die kreeg hij elk jaar met Vaderdag. Hij genoot ervan als kinderen bij zijn caravan bleven stilstaan en geobsedeerd naar de kabouters keken. Dat vond hij geweldig, de vriendelijke man!

De laatste keer dat ik Gerrit zag zat hij op een bankje bij de poort, waar we afscheid van elkaar namen en tegen elkaar zeiden: ‘Tot volgend jaar!’ Ik zal mijn buurman ontzettend missen en wens de familie en vrienden ontzettend veel sterkte met dit grote verlies.

Marjon Kruit


Met de strandkar door de Castricumse duinen

maart 23, 2011

GASTCOLUMN #3
door Eric Sellmeijer

Herinneringen aan Kamp BakkumTegenwoordig zegt men bolderkar. Als ik aan ons Bakkums vervoer in de jaren zestig denk, dan denk ik aan onze strandkar. Niks bolderkar. De bolderkarren van tegenwoordig zijn wat mij betreft maar boodschappenwagentjes. Je zet je volle boodschappentas en de Maxi-Cosy met de kleine erin en hij is vol.

Nee, wij hadden een heuse strandkar. Mijn vader, ooit lasser bij de NDSM, had uit wat stalen buizen en een oude autoped een prachtig frame gelast, dat hij knalgeel schilderde. Daarop schroefde hij een houten vloer en maakte van groen canvasdoek de voor-, zij- en achterkanten. De strandkar stond op  drie autopedwielen en voorop zat een lange trekstang met twee handvatten aan het uiteinde.

De strandkar was geen speelgoed. Nee nee, als wij niet op kamp Bakkum waren, werd er niet met de strandkar gespeeld. Hij stond dan met schoongespoten en opnieuw ingevette naven onder een zeil in een hoekje van onze tuin. Natuurlijk rustte hij met de assen op een paar oude tegels, zodat de wielen de grond niet raakten en wij de volgende zomer niet in een strandkar met vierkante wielen door duin en bos hobbelden. Wel diende de strandkar tijdens herfst en winter als extra bergruimte voor tuingereedschap en dergelijke. In de zomer werd hij echter steevast onder het zeil vandaan gehaald en klaargemaakt voor de vele tochten naar het Castricumse strand.

Strandkar op Kamp Bakkum

Strandkar van de Sellmeijers

Ik had destijds drie broers en van de vier schavuiten was ik de derde. Helaas is de vierde, Richard, ons al enige tijd ontvallen, maar dat is een ander verhaal. Mijn vader en moeder trokken de strandkar, die was geladen met vier jongetjes en een tas vol drinken en gesmeerde broodjes, door de duinen naar het strand. Ik kan me echter ook wel herinneren dat mijn vader het ding in zijn eentje trok. Meestal stonden de twee oudste broers rechtop in de kar en de twee jongsten zaten lekker lui op de bodem van de kar. Voorin de tassen met versnaperingen en handdoeken. We hobbelden tevreden heuvel op heuvel af, om dan langzaam het laatste duin af te rollen naar het strand. Mijn ouders duwden daarbij tegen de trekstang om de kar niet met een rotgang naar beneden te laten suizen.

En na zo’n dagje strand weer hobbelend door duin en bos terug naar het huisje op kamp Bakkum. Daar zat je dan zo lekker rozig op zo’n plastic tuinstoel in de rode Bakkumse avondzon te wachten tot moeders ons meenam naar de waterkraan voor een schrobbeurt en het poetsen der melktanden, om daarna tevreden in slaap te vallen in je stapelbed.

De strandkar is tot mijn 13de of 14de in ons bezit gebleven. Omdat hij niet meer werd gebruikt en in verval was geraakt is hij bij het grofvuil beland.

Eric Sellmeijer stond als kind jarenlang op camping Bakkum. Als gastcolumnist haalt hij de komende periode eens per maand herinneringen op aan die tijd.

GASTCOLUMN #1 Scharrelen met Tanja op Kamp Bakkum
GASTCOLUMN #2 Mijn eerste bioscoopfilm: Zorro in ‘De Pan’


Kamp Bakkum in zijn oude glorie

maart 9, 2011

Wauw. We hebben een schat ontdekt. De beeldbank van de Werkgroep Oud-Castricum herbergt honderden oude foto’s en ansichtkaarten van camping Bakkum. Pareltjes uit de oude doos.

Het fotoarchief bevat vooral nostalgische en stokoude afbeeldingen in zwart-wit, maar er zijn ook tientallen kleurenprenten van de afgelopen decennia. Keurig voorzien van een bijschrift en soms met datum.

Honderden oude prenten van camping Bakkum

Een greep: het vullen van strozakken in 1946, impressies van het kampeerterrein in de jaren ’20, de bakker met z’n auto anno 1930.

De oude wasplaatsen, de aanleg van de riolering en gebouwen in hun oude glorie. Ook te bewonderen: talloze beelden van de laantjes, spelende kinderen en campinggasten bij hun tenten en huisjes. En een enkel kiekje van de eerste sleurhutten op Bakkum.

Verplichte kost voor Bakkummers en Bakkumofielen zou ik zeggen. Genoeg voor uren nostalgisch vertier. Ze zijn allemaal H I E R te zien. Tip: probeer ook eens andere zoekwoorden zoals ‘kamp bakkum’ of ‘kampeerterrein’.


Mijn eerste bioscoopfilm: Zorro in ‘De Pan’

februari 23, 2011

GASTCOLUMN #2
door Eric Sellmeijer

Mijn allereerste echte bioscoopfilm zag ik op elfjarige leeftijd in De Pan in Kamp Bakkum. Ik geef toe, Kamp Bakkum klinkt wat bedenkelijk, maar wij noemden de camping nou eenmaal zo. Wij gingen ‘s zomers dus gezellig op kamp.

De Pan was een heuse duinpan, waar in mijn herinnering wekelijks een film werd gedraaid. Eerlijk gezegd weet ik niet zeker of het wekelijks was. Het kan ook tweewekelijks of maandelijks geweest zijn. Ik kan me in ieder geval maar één film herinneren die ik ooit in De Pan heb gezien: Zorro! Zorro was een televisieserie die stamde uit 1957, maar in mijn jeugd op tv werd uitgezonden. Ik moest dus flink zeuren bij mijn ouders om met mijn grote broers mee naar De Pan te mogen om Zorro te kunnen zien.

Eric (staand) met familie en campingburen

Iedereen lag languit naast en boven elkaar op de heuvelrug te kijken naar het witte scherm dat op de bodem van De Pan was opgesteld. Het gaf dat elfjarige knulletje een warm gevoel van saamhorigheid. Aangezien het mijn eerste bioscoopfilm was, was ik ook niets gewend wat dat betreft. Zorro werd gespeeld door Alain Delon en die was heel anders en veel minder leuk dan de Zorro die ik kende. Daarbij kwam dat de afleveringen van de tv-serie maar een uurtje duurde en er dus minder gekletst en meer actie in zat. In die Frans/Italiaanse films werd sowieso veel meer gepraat. Delon was voor mij dus niet de echte Zorro en mijn eerste echte bioscoopfilm was dus een grote teleurstelling.

Na de film wilden mijn broers natuurlijk in De Pan blijven rondhangen. Er waren meiden en vrienden en nog een paar neven om mee op te trekken. Daarbij was dat kleine broertje niet gewenst. Ik ging dus alleen terug naar het tenthuisje. Hoewel ik de hele dag over de camping kon rondstruinen, zag het er ’s avonds in het donker heel anders uit. Sinister en zelfs een beetje eng. De terugweg van 5 minuten leek wel uren te duren en met het hart bonzend in de keel kwam ik bij het huisje aan. Spannend, naar de film gaan in De Pan.

Eric Sellmeijer stond als kind jarenlang op camping Bakkum. Als gastcolumnist haalt hij de komende periode eens per maand herinneringen op aan die tijd.

GASTCOLUMN #1 Scharrelen met Tanja op Kamp Bakkum


Eekhoorntjes zijn weer terug op Bakkum

februari 20, 2011

‘Eekhoorntjes keren terug naar camping Bakkum’, meldt de camping in een persbericht. Bijzonder, want zij zijn er al enkele decennia nauwelijks gezien.

Oude Bakkummers weten het zich waarschijnlijk nog goed te herinneren: de inheemse eekhoorntjes – ofwel rode eekhoorn, ook wel sciurus vulgaris genoemd – die in groten getale over het campingterrein zwerven. De brutaaltjes onder hen huppelden de huisjes binnen en schooiden om iets te knagen. ‘Het eekhoorntjesbos’ was dan ook een van de benamingen van de camping in die lang vervlogen tijden.

Eekhoorntjes op Bakkum een zeldzaamheid

Maar in de jaren ’60 van de vorige eeuw sloeg het noodlot toe. Een virusziekte roeide de pluimstaarten bijna uit. Het aantal was in 1970 in heel Nederland gehalveerd. De populatie van de knaagdiertjes herstelde zich daarna niet echt. Enkele jaren geleden vreesden deskundigen dat er weer een opleving van het virus plaatsvond. Eekhoorntjes op Bakkum waren lange tijd een zeldzaamheid.

Eeki is blij

‘Dit jaar is er een kentering gekomen’, juicht de camping in het persbericht. ‘De eekhoorns worden gespot klimmend in bomen en er zijn zelfs al twee nesten gesignaleerd.’ Dat kan kloppen. We zagen ze het afgelopen jaar enkele keren met eigen ogen op de camping. De snelle beestjes met hun pluimstaarten klauterden rap langs een boomstam omhoog om van tak tot tak te zwieren. Een mooi gezicht, maar we realiseerden ons nog niet half hoe bijzonder dat was.

Campingmascotte Eeki is erg blij met zijn nieuwe kameraadjes.

Foto: Carel van der Sanden (wwww.natuurlijk-erp.nl)


Onbekende bunker ontdekt op camping Bakkum

februari 16, 2011

Op het terrein van camping Bakkum is een bunker ontdekt. Het bouwwerk stamt waarschijnlijk uit de Tweede Wereldoorlog als onderdeel van de Duitse verdedigingslinie Atlantic Wall.

of speelplaats?

Het toekomstige museum...

De bunker ligt aan de rand van het wijkje Zeeduin onder de weg tussen de parkeer-terreinen P2 en P3.

Om precies te zijn in de bocht ter hoogte van plaatsnummer 294, meldt interim-manager Frank van Vught van de camping desgevraagd. Het bestaan van het betonnen onderkomen was tot voor kort niet bekend. Het bouwwerk werd ontdekt bij graafwerkzaamheden. Die waren nodig omdat de weg hier steeds verzakte. Nu is duidelijk dat het zand onder de straat de bunker in stroomde. Een medewerker van de camping is kort binnen geweest. Daarna is het gat weer dichtgegooid en de weg hersteld.

Tussen P2 en P3 nabij plaats 294

Bekend is dat de Duitse Wehrmacht het kampeerterrein begin 1942 vorderde en er in 1945 een V1-lanceerinrichting aanlegde, die overigens niet is gebruikt. Er verrezen zo’n twintig bunkers, die voor het merendeel in de jaren zeventig zijn gesloopt. Voor zover bekend zijn er behalve het zojuist ontdekt exemplaar nog drie bunkers aanwezig op het terrein. Eén ervan werd lange tijd door de camping gebruikt als postkantoor.

Bunker op Bakkum in gebruik als postkantoor

De campingleiding bezint zich op een toekomstige bestemming voor de massieve gebouwen, staat in een persbericht. Mogelijk dat ze worden gesloopt of volgestort, maar ze kunnen ook creatief worden ingezet als museum, speelplaats of als logiesaccommodatie. Iemand nog goeie ideeën? Graag in de ideeënbus hieronder bij ‘reageer’.


Van wedren tot vaste kampeerplek

februari 2, 2011

Camping Bakkum kent het systeem van vaste plekken. Nieuwe kampeerders moeten in de rij staan om een plek te bemachtigen. Vroeger ging dit anders.

Na de Tweede Wereldoorlog steeg het aantal kampeerders op Kamp Bakkum explosief. Er waren – net als nu – meer gegadigden dan plekken. Dus moest er een manier komen om ze zo eerlijk mogelijk te verdelen.

Kampeerders hebben plaats veroverd

In 1948 probeerde men een uiterst ‘sportieve’ manier uit. Bij de ingang van het terrein werd een touw gespannen waarachter alle kampeerders moesten plaatsnemen. Op het moment dat het touw werd weggehaald ontstond een ware run naar de beste plekken: wie het eerst bij zijn favoriete plaats aankwam kon dit ‘claimen’: door een voorwerp achter te laten en het nummerplaatje van de plek als bewijs te tonen. Van deze wedloop werden destijds zelfs beelden getoond in het Polygoon-journaal in de bioscopen (zie filmpje).

Maar deze methode bleek geen succes: er ontstond in het heetst van de strijd vaak ruzie en rumoer. Sommigen speelden vals door een hardloper van de atletiekvereniging een sprint te laten trekken naar de geliefde stek. Ouderen en invaliden maakten nauwelijks een kans. Na twee jaar chaos gooide men het over een andere boeg.

Wedren voor plekje op Bakkum

Er volgde een systeem dat tot medio jaren tachtig werd gehanteerd. Er kwam een lijst met inschrijvers die in groepen van circa twintig personen werd verdeeld. De groepen kregen afzonderlijk een oproep om op een bepaalde datum en tijdstip hun favoriete plaats op te geven. Door een rouleerstelsel varieerde de groepen elk seizoen zodat iedereen een kans maakte om vroeg opgeroepen te worden om zo de beste keus te hebben.

In de loop van de tijd bleek dat er weinig sprake was van rouleren omdat de meeste kampeerders elk jaar dezelfde plek uitkozen. Het rouleersysteem ging op de helling en kampeerders konden vooraf het seizoen kenbaar maken waar ze wilden staan. Dit pakte goed uit: door de uitbreiding van het kampeerterrein was er voor vrijwel iedereen een geschikte plaats. Van hieruit ontstond het principe van vaste plekken.

Bronnen:
‘Op Bakkum, een onvergételijke tijd’. Jubileumboekje uit 2002 bij het afscheid van campingbeheerder Peter Vos.
Artikel over Kampeerterrein Bakkum van Hans Boot in Jaarboek nr 25 van de Werkgroep Oud-Castricum


Wat is de oudste camping? Bakkum of Saxenheim?

januari 21, 2011

Bakkum claimt de oudste camping van Nederland te zijn. Maar Camping Saxenheim op de Veluwe beweert hetzelfde. Wie heeft er gelijk?

Deze vraag is actueel omdat camping Bakkum zich opmaakt voor het 100-jarig bestaan. In 2014 zullen er allerlei festiviteiten rondom het jubileum plaatsvinden.

Kampeerterrein Bakkum anno 1922

Op de website van camping Bakkum staat dat het ‘de oudste van Nederland’ is. Het verhaal gaat dat de eigenaar van het toenmalige Landgoed Bakkum, de Duitse prinses Von Wied, in 1914 aan een aantal mensen toestemming gaf om er hun tenten op te slaan. In 1920, na de Eerste Wereldoorlog en als de provincie de gronden in beheer heeft, wordt een vergunning verleend aan twintig dames en heren om op het landgoed te kamperen. Het jaar daarop sloegen enkele jongeren uit Schagen er hun bivak op. Zij kregen de beschikking over een waterpomp en een ‘closet’.

In 1924 waren er al ruim 500 kampeerders. Er wordt besloten kampeergeld te heffen: één gulden per persoon voor twee weken. Enkele jaren later trok de provincie 13.500 gulden uit voor de bouw van toiletgebouwen, wasplaatsen en een wachtershuisje. Er werd een loods gebouwd om de tenten te stallen. In 1928 opende kampeerterrein Bakkum – ruim vijftig hectare groot – officieel de deuren. ‘Voor zover bekend is het de oudste camping van Nederland’, schrijft de Werkgroep Oud-Castricum in een boekje.

Kamperen op Samoza (voorheen Saxenheim)

Nou, daar denken ze op de Veluwe heel anders over. Camping Saxenheim in de bossen bij het dorpje Vierhouten (nabij Nunspeet) noemt zich eveneens ‘de oudste camping van Nederland’. Maar hier doen verschillende jaartallen de ronde. Op de site staat als officiële opening de ene keer 1920 en dan weer ‘begin jaren 20’. Het populair-wetenschappelijk blad Quest houdt het in een artikel over kamperen op 1925. Saxenheim is overigens later samengegaan met camping Mosterdveen en bungalowpark Zandhoeve tot Recreatiepark Samoza.

Ondertussen bereidt Bakkum zich voor op het 100-jarig bestaan. Terecht. Want er wordt immers al bijna een eeuw gekampeerd op Landgoed Bakkum. Ik gun mijzelf en alle andere Bakkummers een spetterend eeuwfeest. En ik wens de Saxenheim-kampeerders in 2020 of 2025 hun eigen jubileum. Proost.


Groeten uit camping Bakkum… van Elly Verhagen

januari 17, 2011

#14 GROETEN UIT… Een behoorlijk oude ansichtkaart van camping Bakkum. Met wandelaars en kinderen in de bomen op het Apenlaantje, tegenwoordig Dennenlaan.

De kaart uit aflevering 14 van Groeten uit… (1949) is gestuurd door Elly Verhagen aan de heren Bakker, Röpcke en Frank, Paleisstraat in Amsterdam.

De volledige verzameling kaarten komt hier.

Tip
: print de kaart van uw keuze op dik kartonpapier, plak er een postzegel op en voilà: uw eigen nostalgische ansichtkaart van camping Bakkum. Leuk voor familie, vrienden, collega’s en andere thuisblijvers.